Perspectief en abstract denken
Perspectief
Rond het negende jaar ontdekt een kind ook het perspectief in de tekening. Dit is een heel ingewikkeld onderdeel van het tekenen. Dat wat vooraan staat zie je helemaal, dat wat achteraan staat zie je kleiner en soms maar gedeeltelijk.
Abstract denken
Het logisch denken is bij deze kinderen al behoorlijk goed ontwikkeld waardoor er steeds beter abstract wordt gedacht. Kinderen denken na over situaties die ze niet kunnen zien of voelen of niet zelf hebben meegemaakt. De realistische fase ontwikkelt zich verder. Het kind wil graag de onderwerpen in detail en heel precies uitwerken. Denk aan tekenen met een passer en liniaal. Geometrische vormen zoals vierkanten, rechthoeken, cirkels worden weer interessant maar dan met een zeer technische precisie. Het kleuren mengen komt opnieuw in de belangstelling, maar ook daarvoor geldt dat dat veel preciezer gebeurt. Kinderen besteden veel aandacht aan de kleinste details. Ouders vinden het soms jammer dat hun kind, dat eerst zo lekker vrij kon tekenen, nu lijntjes maakt en uren priegelt.
Kinderen experimenteren in de realisische fase ook steeds vaker met het tekenen van bewegingen. De mensen die ze tekenen nemen verschillende houdingen aan. Dieren worden duidelijk verschillend afgebeeld in deze fase. Denk aan een kudde koeien: de houdingen en vlekken zijn bij ieder dier anders. Soms komt er een nieuwe tekencrisis, want hoe krijg je die details allemaal op papier? Het natekenen van een foto of model kan een hulpmiddel zijn om meer houvast te hebben.