Mentale representatie & herkenbaarheidsfase
De mentale representatie wordt op de leeftijd van 0 tot 3 ook steeds sterker. Dat betekent dat een kind vooraf kan bedenken wat het gaat maken, of waar het moet beginnen om goed uit te komen op het vel papier. De peuter kan van tevoren voor zich zien wat het wil gaan maken of doen en daarnaar handelen. Dat zie je niet alleen terug in het tekenen, maar ook in de taal en het spelen.
De herkenbaarheidsfase: 3 tot 5 jaar
Rond drie jaar zie je dat een kind achteraf gaat benoemen wat hij tekent hoewel dat voor jou als begeleider/ouder misschien nog helemaal niet herkenbaar is. Als een kind eenmaal de vormen die hij tekent helemaal kan sluiten (dichtmaken), begint meestal de volgende fase, de herkenbaarheidsfase. Dat is de fase van de koppoters en het proberen te verbeelden van wat je hebt gezien.
kinderen in deze leeftijd komen steeds meer los van het willekeurig krabbelen en grove bewegingen maken op papier. Ze willen in hun tekening laten zien wat ze hebben waargenomen. Ze gebruiken daarvoor maar een deel van het papier in plaats van het hele vel vol te krabbelen.
In eerste instantie worden vormen vaak nog min of meer toevallig ontdekt nadat een kind iets op papier heeft gezet. Bijvoorbeeld een cirkel met twee kleinere cirkels eronder, dat kan best een auto zijn. Maar in deze fase gaat een kind steeds vaker vooraf benoemen wat het gaat tekenen. Dat komt doordat een kind in deze leeftijd zich veel beter dingen kan voorstellen en dat ook kan verwoorden.