Koppoters
Wanneer een peuter eenmaal afgesloten vormen kan tekenen, volgt al snel de eerste tekenening van een poppetje. Dat zijn de Koppoters. Een koppoter bestaat uit een rond of ovaal hoofd, waar twee benen aan getekend zijn (zie achtergrond). De rest van het lichaam (de romp) ontbreekt. Soms zitten de armen ook aan het hoofd vast, of worden ze haaks op de benen getekend. Al vanaf het begin van de koppotersfase wordt meestal in het hoofd met stippen of strepen een mond en ogen gemaakt.
Het is niet zo dat alle kinderen altijd een koppoter tekenen met rondjes met strepen naar beneden. Ze tekenen vooral wat zij het belangrijkste vinden van de mens en dat is meestal het hoofd. En dat kan ook als ovaal getekend worden.
Bewust zijn van de ruimte
Het kind wordt zich in deze periode bewust van het eigen lichaam. Dat betekent ook dat het doorkrijgt dat het in een bepaalde ruimte is, bijvoorbeeld een klaslokaal en dat mensen en dingen ruimte innemen in het klaslokaal. Deze bewustwording zie je terug doordat een kind doorheeft dat het tijdens het tekenen ruimte moet reserveren door de onderwerpen die het wil tekenen. Het kind maakt vooraf een soort planning van waar de onderwerpen in de tekening moeten komen, maar dat gaat niet altijd vanzelf.
Alles is mogelijk
Alles kan in deze fase nog op de kop of gedraaid. De verhoudingen zijn totaal niet belangrijk en hoeven niet te kloppen met de werkelijkheid, ook al verbeelden ze die werkelijkheid al wel. Een hond wordt net als een mens getekend: een rondje met daaraan poten. Ook kan de hond veel groter zijn getekend dan het mens die ernaast staat.
Later in de herkenbaarheidsfase zul je merken dat het kind af en toe ook wel eens een poppetje met een romp tekent. Het poppetje bestaat ineens niet meer alleen uit een hoofd, maar uit een hoofd, een lijf en daarnaast de armen en benen. Dat is een teken dat het kind bijna uit de herkenbaarheidsfase is.